Dat de treinen in Nederland heel gevoelig zijn voor uitval door werkzaamheden moet haast wel te maken hebben met de infrastructuur, die al tijden tegen zijn grenzen aanloopt. Doordat lokaal vervoer vaak slecht aansluit op ‘de trein’ ontstaat vaak een (te) negatief beeld over diezelfde ’trein’, ook als die gewoon op tijd is.

Wat de Baltische staten betreft is het wel zaak om je te realiseren, dat het spoorvervoer in die landen zeer beperkt is t.o.v. het verkeer over de weg. Bijna alle OV verloopt daar per bus.

Dit is weer een prachtig voorbeeld van hoe je met statistiek alles mooi of minder mooi kunt maken.En verder betreft het natuurlijk een gigantische appels en peren vergelijking. Er zijn vast weer een paar goedbetaalde krachten bezig geweest om al deze gegevens te verzamelen en in excelbestanden te groeperen. Toen gingen de communicatieadviseurs aan de slag om er een pakkend verhaal van te maken. Ten slotte schrijft het journaille het klakkeloos over, zonder er kritische vragen bij te stellen.

Heb het rapport nader bekeken. De tekst van SpoorPro bevat opvallende fouten, waardoor conclusies niet kloppen.
De genoemde reizigerspunctualiteit blijkt treinpunctualiteit te zijn, dat is heel wat anders.
De definitie van doden/zwaargewonden betreft niet alleen reizigers, maar ook mensen die langs het spoor of op overwegen worden aangereden. Het gaat hierbij niet om aantallen per miljoen treinreizigers, maar per miljoen treinkilometers (reizigers + goederen).