SpoorPro Seminar
verslag spoorpro seminar

Spoorbouwend Nederland nog sceptisch over emissieloos werken

Tijdens het SpoorPro Seminar werd stevig gedebatteerd over alle mogelijkheden en onmogelijkheden van elektrisch werken aan het spoor'. Vlnr. Jeroen Baldwin van SpoorPro, Edwin Edelenbos van Netbeheer Nederland, Robert Galjaard van Strukton en Niels Poiesz van Greener Power Solutions. SpoorPro

Infra-aannemers, ingenieursbureaus, leveranciers van spoormaterialen, vervoersbedrijven, geodetische, elektrotechnische en andersoortige specialisten, energiemaatschappijen en -producenten, ze waren gisteren allemaal aanwezig bij het SpoorPro Seminar in Amersfoort. Daar spraken alle partijen aan de hand van een uitgekiend programma over elektrisch werken aan het spoor. Want… dat moet en gaat gebeuren, maar hoe? Wat komt er allemaal bij kijken? Wie regelt het? Wie betaalt het?

En wat bleek? Bij spoorbouwend Nederland leefden alle bovenstaande vragen. Op prikkelende stellingen als ‘Netcongestie maakte elektrisch werken aan het spoor in veel gevallen onmogelijk’ en ‘Investeren in elektrisch materieel is nog niet of nauwelijks terug te verdienen’ reageerde de zaal eensgezind: ze waren het met beide stellingen eens.

25 procent wereldproductie batterijen nodig

En niet onlogisch, want even daarvoor had manager strategie van Netbeheer Nederland Edwin Edelenbosch al gesteld dat Nederland zich niet alleen op elektriciteit moet richten bij het verduurzamen. “We lopen nu al vast. En als we in dit tempo doorgaan hebben we in 2030 – de richtdatum van ProRail (lees: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) – 25 procent (!) van de wereldproductie aan batterijen nodig.” Edelenbosch stelde dat emissieloos werken weliswaar een nobel en noodzakelijk streven is, maar dat daarbij óók gekeken moet worden naar andere vormen van energie dan alleen elektriciteit.

Onder de aanwezigen leefde duidelijk het gevoel dat ‘de politiek’ Nederland met onhaalbare, slecht doordachte en niet goed voorbereide doelstellingen opzadelt. “Kijk naar de zonnepanelen, naar het elektrisch rijden, de warmtepompen, het loopt allemaal vast”, zei een aannemer. “We zijn het paard achter de wagen aan het spannen door alles op deze manier versneld door te drukken. Dat gaat niet.”

Convenant Schoon en emissieloos bouwen

De sprekers op het seminar waren evenwel duidelijk in hun verhaal: het moet en gaat gebeuren. Programmamanager schoon en emissieloos bouwen Peter van Schaik van ProRail stelde dat emissieloos bouwen breed gedragen wordt in de samenleving en dat dat nog eens werd onderstreept door alle partijen die op 31 oktober hun handtekening zetten onder de Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. Van Schaik stelde dat 100 procent emissieloos bouwen in 2030 er waarschijnlijk niet in zit, maar dat 80 à 90 procent wel haalbaar moet zijn.

Meervoudig gebruik ov-netwerken

Innovator Robert Galjaard van Strukton brak tijdens het seminar een lans voor het inzetten van de elektriciteitsnetwerken van het openbaar vervoer om links en rechts in Nederland de netcongestie te verlichten. Hij schetste een rood scenario waarbij het Nederlandse ov tussen 2025 en 2040 maar liefst 600 tot 700 onderstations en 10 kV extra voeding nodig heeft. In zijn groene scenario is dat niet nodig. “Bij een meervoudig gebruik van deze netwerken zijn er wel 700 toepassingen mogelijk, waardoor we al die onderstations niet hoeven te bouwen.” Galjaard is met zijn ‘Energie in het ov’ al doorgedrongen tot de Tweede Kamer, dat in het eerste kwartaal van 2024 een debat plant over dit onderwerp.

Mobiele laadcontainer

Behalve Strukton neemt ook BAM nadrukkelijk haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Beide bedrijven zijn voorlopers in het emissieloos bouwen en trekken waar dat kan veel onderaannemers en toeleveranciers met zich mee. Zo vertelde businessunit manager heavy duty charging van BAM, Dick van Veen, over hoe de aannemer zo emissieloos mogelijk gaat werken tijdens de enorme klus in Vught. “Daar komt straks een twee kilometer lang verdiept spoor te liggen. “Wij gaan daar nu eerst een tijdelijk spoor aanleggen om ruimte te creëren straks dat verdiepte spoor aan te leggen en natuurlijk ervoor te zorgen dat de treinen kunnen blijven rijden.” BAM gaat daarbij werken met twee bouwhubs aan de randen van Vught, waardoor er 75 procent minder transport door het stadje nodig is. Daarnaast gaat BAM werken met een 10kV mobiele laadcontainer.

Verder kijken dan alleen elektriciteit

Waar en wanneer nodig kan ook Greener Power Solutions een handje toesteken in het leveren van de nodige energie op een bouwplaats aan het spoor. Dat vertelde business developer grid Niels Poiesz. “Emissieloos werken is een mooi streven. In tal van infraprojecten wordt nu al gebruik gemaakt van een emissieloze oplossing waar dagelijks meerdere MWh aan elektriciteit doorheen gaan”, stelde hij. Maar Poiesz waarschuwt ook: “Bij Greener willen we zoveel mogelijk alles met opgeslagen stroom doen. In hoeverre dat mogelijk is hangt af van de lokale omstandigheden en energiebehoefte. We zullen verder moeten kijken dan alleen naar elektriciteit. De projecten die wij draaien doen wij bijna nooit helemaal alleen, we werken in acht van tien gevallen samen met een partner.”

Kansen en uitdagingen

Energie op de bouwplaats is één ding, om elektrisch te kunnen werken is er ook elektrisch materieel nodig. Directeur Marc Weytens van de AMT Group, voorloper in de ontwikkeling en ombouw van materieel, vertelde over alle kansen en uitdagingen van elektrisch werken aan het spoor. “De energievoorziening ter plaatse is een uitdaging”, zei hij. “Evenals het transport van batterijen en het wisselen ervan op moeilijk te bereikbare plaatsen, maar ook de duidelijkheid en duur van het toelatingsproces van elektrisch materieel.” Weytens hoopt dat er op termijn ook schone Europese batterijen beschikbaar komen en beseft dat het aanschaffen van elektrisch materieel of ombouwen van bestaand materieel een hoge investering met zich meebrengt. “Maar we moeten het wel doen, voor onze kinderen.”

Frustratie en optimisme

Op alle sprekers en alle stellingen werd vanuit de zaal uitgebreid gereageerd en zo ontstond er een levendige discussie die ook na afloop in de foyer werd voortgezet. De sector is duidelijk nog niet overtuigd van met name de mogelijkheden om emissieloos te kunnen bouwen. De vragen en opmerkingen gingen werkelijk alle kanten op. “Ik ben verbaasd over de scepsis in deze mate”, zei Peter van Schaik van ProRail na het seminar. “Maar ik ben wél heel blij dat we die vanmiddag boven tafel hebben gekregen. Het is me duidelijk geworden dat ons nog heel wat te doen staat om de sector te overtuigen van de zin, de mogelijkheden en de ontwikkelingen van emissieloos bouwen. Het is alleen maar goed om dat te weten.”

Dick van Veen proefde onder alle aanwezigen dat men wel wil, maar niet kan. “Ik voel de frustratie. De sector wil wel, maar ziet heel veel beren op de weg. Die moeten we gezamenlijk aanpakken.” Van Schaik beaamde dat. “Het is goed om dit te weten. Er staat ons nog wat werk te wachten. We zullen dit samen moeten doen. Niet opleggen, maar samen uitvoeren. Ik ben en blijf optimistisch dat we dit met z’n allen voor elkaar gaan krijgen.”

Lees ook:

Auteur: Jeroen Baldwin

Jeroen Baldwin is journalist en chef redactie van SpoorPro.nl

1 reactie op “Spoorbouwend Nederland nog sceptisch over emissieloos werken”

Jaap Horst|15.12.23|12:01

Mooi dat emissieloos werken aan het spoor, maar hoe groot is het aandeel van de CO2-uitstoot van spoorwerk nu op het geheel van de Nederlandse uitstoot? Die is verwaarloosbaar klein, het geld dat in dit emissieloos werken wordt gestopt, kan beter op een andere manier, en effectiever, worden ingezet om emissies te beperken.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Spoorbouwend Nederland nog sceptisch over emissieloos werken | SpoorPro.nl
SpoorPro Seminar
verslag spoorpro seminar

Spoorbouwend Nederland nog sceptisch over emissieloos werken

Tijdens het SpoorPro Seminar werd stevig gedebatteerd over alle mogelijkheden en onmogelijkheden van elektrisch werken aan het spoor'. Vlnr. Jeroen Baldwin van SpoorPro, Edwin Edelenbos van Netbeheer Nederland, Robert Galjaard van Strukton en Niels Poiesz van Greener Power Solutions. SpoorPro

Infra-aannemers, ingenieursbureaus, leveranciers van spoormaterialen, vervoersbedrijven, geodetische, elektrotechnische en andersoortige specialisten, energiemaatschappijen en -producenten, ze waren gisteren allemaal aanwezig bij het SpoorPro Seminar in Amersfoort. Daar spraken alle partijen aan de hand van een uitgekiend programma over elektrisch werken aan het spoor. Want… dat moet en gaat gebeuren, maar hoe? Wat komt er allemaal bij kijken? Wie regelt het? Wie betaalt het?

En wat bleek? Bij spoorbouwend Nederland leefden alle bovenstaande vragen. Op prikkelende stellingen als ‘Netcongestie maakte elektrisch werken aan het spoor in veel gevallen onmogelijk’ en ‘Investeren in elektrisch materieel is nog niet of nauwelijks terug te verdienen’ reageerde de zaal eensgezind: ze waren het met beide stellingen eens.

25 procent wereldproductie batterijen nodig

En niet onlogisch, want even daarvoor had manager strategie van Netbeheer Nederland Edwin Edelenbosch al gesteld dat Nederland zich niet alleen op elektriciteit moet richten bij het verduurzamen. “We lopen nu al vast. En als we in dit tempo doorgaan hebben we in 2030 – de richtdatum van ProRail (lees: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) – 25 procent (!) van de wereldproductie aan batterijen nodig.” Edelenbosch stelde dat emissieloos werken weliswaar een nobel en noodzakelijk streven is, maar dat daarbij óók gekeken moet worden naar andere vormen van energie dan alleen elektriciteit.

Onder de aanwezigen leefde duidelijk het gevoel dat ‘de politiek’ Nederland met onhaalbare, slecht doordachte en niet goed voorbereide doelstellingen opzadelt. “Kijk naar de zonnepanelen, naar het elektrisch rijden, de warmtepompen, het loopt allemaal vast”, zei een aannemer. “We zijn het paard achter de wagen aan het spannen door alles op deze manier versneld door te drukken. Dat gaat niet.”

Convenant Schoon en emissieloos bouwen

De sprekers op het seminar waren evenwel duidelijk in hun verhaal: het moet en gaat gebeuren. Programmamanager schoon en emissieloos bouwen Peter van Schaik van ProRail stelde dat emissieloos bouwen breed gedragen wordt in de samenleving en dat dat nog eens werd onderstreept door alle partijen die op 31 oktober hun handtekening zetten onder de Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. Van Schaik stelde dat 100 procent emissieloos bouwen in 2030 er waarschijnlijk niet in zit, maar dat 80 à 90 procent wel haalbaar moet zijn.

Meervoudig gebruik ov-netwerken

Innovator Robert Galjaard van Strukton brak tijdens het seminar een lans voor het inzetten van de elektriciteitsnetwerken van het openbaar vervoer om links en rechts in Nederland de netcongestie te verlichten. Hij schetste een rood scenario waarbij het Nederlandse ov tussen 2025 en 2040 maar liefst 600 tot 700 onderstations en 10 kV extra voeding nodig heeft. In zijn groene scenario is dat niet nodig. “Bij een meervoudig gebruik van deze netwerken zijn er wel 700 toepassingen mogelijk, waardoor we al die onderstations niet hoeven te bouwen.” Galjaard is met zijn ‘Energie in het ov’ al doorgedrongen tot de Tweede Kamer, dat in het eerste kwartaal van 2024 een debat plant over dit onderwerp.

Mobiele laadcontainer

Behalve Strukton neemt ook BAM nadrukkelijk haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Beide bedrijven zijn voorlopers in het emissieloos bouwen en trekken waar dat kan veel onderaannemers en toeleveranciers met zich mee. Zo vertelde businessunit manager heavy duty charging van BAM, Dick van Veen, over hoe de aannemer zo emissieloos mogelijk gaat werken tijdens de enorme klus in Vught. “Daar komt straks een twee kilometer lang verdiept spoor te liggen. “Wij gaan daar nu eerst een tijdelijk spoor aanleggen om ruimte te creëren straks dat verdiepte spoor aan te leggen en natuurlijk ervoor te zorgen dat de treinen kunnen blijven rijden.” BAM gaat daarbij werken met twee bouwhubs aan de randen van Vught, waardoor er 75 procent minder transport door het stadje nodig is. Daarnaast gaat BAM werken met een 10kV mobiele laadcontainer.

Verder kijken dan alleen elektriciteit

Waar en wanneer nodig kan ook Greener Power Solutions een handje toesteken in het leveren van de nodige energie op een bouwplaats aan het spoor. Dat vertelde business developer grid Niels Poiesz. “Emissieloos werken is een mooi streven. In tal van infraprojecten wordt nu al gebruik gemaakt van een emissieloze oplossing waar dagelijks meerdere MWh aan elektriciteit doorheen gaan”, stelde hij. Maar Poiesz waarschuwt ook: “Bij Greener willen we zoveel mogelijk alles met opgeslagen stroom doen. In hoeverre dat mogelijk is hangt af van de lokale omstandigheden en energiebehoefte. We zullen verder moeten kijken dan alleen naar elektriciteit. De projecten die wij draaien doen wij bijna nooit helemaal alleen, we werken in acht van tien gevallen samen met een partner.”

Kansen en uitdagingen

Energie op de bouwplaats is één ding, om elektrisch te kunnen werken is er ook elektrisch materieel nodig. Directeur Marc Weytens van de AMT Group, voorloper in de ontwikkeling en ombouw van materieel, vertelde over alle kansen en uitdagingen van elektrisch werken aan het spoor. “De energievoorziening ter plaatse is een uitdaging”, zei hij. “Evenals het transport van batterijen en het wisselen ervan op moeilijk te bereikbare plaatsen, maar ook de duidelijkheid en duur van het toelatingsproces van elektrisch materieel.” Weytens hoopt dat er op termijn ook schone Europese batterijen beschikbaar komen en beseft dat het aanschaffen van elektrisch materieel of ombouwen van bestaand materieel een hoge investering met zich meebrengt. “Maar we moeten het wel doen, voor onze kinderen.”

Frustratie en optimisme

Op alle sprekers en alle stellingen werd vanuit de zaal uitgebreid gereageerd en zo ontstond er een levendige discussie die ook na afloop in de foyer werd voortgezet. De sector is duidelijk nog niet overtuigd van met name de mogelijkheden om emissieloos te kunnen bouwen. De vragen en opmerkingen gingen werkelijk alle kanten op. “Ik ben verbaasd over de scepsis in deze mate”, zei Peter van Schaik van ProRail na het seminar. “Maar ik ben wél heel blij dat we die vanmiddag boven tafel hebben gekregen. Het is me duidelijk geworden dat ons nog heel wat te doen staat om de sector te overtuigen van de zin, de mogelijkheden en de ontwikkelingen van emissieloos bouwen. Het is alleen maar goed om dat te weten.”

Dick van Veen proefde onder alle aanwezigen dat men wel wil, maar niet kan. “Ik voel de frustratie. De sector wil wel, maar ziet heel veel beren op de weg. Die moeten we gezamenlijk aanpakken.” Van Schaik beaamde dat. “Het is goed om dit te weten. Er staat ons nog wat werk te wachten. We zullen dit samen moeten doen. Niet opleggen, maar samen uitvoeren. Ik ben en blijf optimistisch dat we dit met z’n allen voor elkaar gaan krijgen.”

Lees ook:

Auteur: Jeroen Baldwin

Jeroen Baldwin is journalist en chef redactie van SpoorPro.nl

1 reactie op “Spoorbouwend Nederland nog sceptisch over emissieloos werken”

Jaap Horst|15.12.23|12:01

Mooi dat emissieloos werken aan het spoor, maar hoe groot is het aandeel van de CO2-uitstoot van spoorwerk nu op het geheel van de Nederlandse uitstoot? Die is verwaarloosbaar klein, het geld dat in dit emissieloos werken wordt gestopt, kan beter op een andere manier, en effectiever, worden ingezet om emissies te beperken.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.