NS blijft rijden tussen Zwolle-Groningen-Leeuwarden, station Staphorst nog niet open

De decentralisatie van de sprinterdiensten tussen Zwolle, Groningen en Leeuwarden gaat definitief tot 2035 niet plaatsvinden. De NS zal de diensten blijven verzorgen, aangezien het onderdeel blijft van het hoofdrailnet. Daarmee kan ook voorlopig een streep door de heropening van station Staphorst. Dat blijkt uit een commissiedebat over de overheidsinvesteringen in infrastructuur.

NS blijft de sprinterdiensten van Zwolle naar Groningen en Leeuwarden verzorgen. In het regeerakkoord van 2017 is afgesproken om te onderzoeken of meer sprinterdiensten gedecentraliseerd kunnen worden. De regionale vervoerders onder het samenwerkingsverband Federatie Mobiliteitsbedrijven schreven in visie OV20-30 dat met de decentralisatie onder andere station Staphorst opnieuw geopend zou worden. De provincie en het Rijk hebben niet op tijd afspraken kunnen maken over deze decentralisatie. Volgens staatssecretaris Vivianne Heijnen is er te weinig geld beschikbaar. De provincie meldt dat er een verschil van inzicht is over de infrastructurele maatregelen die nodig zijn, alsmede de financiering van de exploitatiekosten.

“We hebben geen goede afspraken kunnen maken over de decentralisatie van de sprinterdienst tussen Zwolle en Leeuwarden”, zegt Heijnen. “Er is een gat van tientallen miljoenen tussen wat wij konden bieden en wat de provincie nodig had voor de decentralisatie. We komen daar simpelweg niet uit. We hebben vervolgens twee mogelijkheden: het geld gereserveerd houden of het ergens anders te investeren. Dan gaan we in de toekomst opzoek naar andere middelen.” Het geld wat beschikbaar was voor de decentralisatie was 30 miljoen euro.

2035 opnieuw kijken naar Station Staphorst

Met deze uitspraak kan er voorlopig een streep door de plannen van regionale vervoerders, en ook een streep door de heropening van station Staphorst. Het station werd geopend in 1867 en werd 68 jaar later weer gesloten. Uiteindelijk is het stationsgebouw in 1970 gesloopt.

VVD-Kamerlid Fahid Minhas heeft begrip voor het besluit van Heijnen, maar vraagt wel om meer informatie. “Ik heb geen idee wat het tekort is en waar het gat zit. Neem de Tweede Kamer mee in het proces omtrent de besluitvorming. Daarnaast lijkt mij het veel te laat om pas weer na te denken over station Staphorst als de nieuwe hoofdrailnet afloopt.” Ook voor CDA-Kamerlid Harry van der Molen is 2035 veel te laat. “Ook al zou er geen enkel huis gebouwd worden rondom Staphorst. De knooppunten bij Leeuwarden en Zwolle moeten simpelweg verholpen worden. Nu moeten we wachten tot het einde van de nieuwe concessieperiode voor de planvorming van het station.”

Heijnen gaat nu het gesprek aan met de provincie over de komst van station Staphorst. “Ik heb goede gesprekken met de gedeputeerde gehad om niet over te gaan tot decentralisatie. Ik zal nu het gesprek aangaan over station Staphorst met de gedeputeerde.”

Dit artikel verscheen eerder op OVPro.

Lees ook:

• Kamerpartijen pleiten voor miljoeneninvestering infra in “onderbedeeld” Noord-Nederland
• li>Noordoostelijke provincies trekken samen op om Nedersaksenlijn toch voor elkaar te krijgen
• Noordelijke provincies ‘vergeten’ in miljardenregen voor spoorinfrastructuur
• Commissaris Klijnsma vraagt Den Haag om flinke spoorinvesteringen Noord-Nederland
• Nieuwe fase in Lelylijn: MIRT-onderzoek ingesteld
• ‘Alternatief plan bereikbaarheid Noord-Nederland scheelt miljarden’
• Tweede Kamer akkoord met haalbaarheidsonderzoek Nedersaksenlijn