werkzaamheden aan het spoor met rail-wegvoertuigen

Extra veiligheidsmaatregel bij spoorwerk na ongeluk Voorschoten

Bij werkzaamheden aan het spoor geldt er vanaf nu een extra veiligheidsmaatregelen bij in inzet van rail-wegvoertuigen.PvL/Flickr

Hangende het onderzoek naar het ongeluk bij Voorschoten, waarbij een krol-machinist om het leven kwam en tientallen mensen gewond raakten heeft veiligheidsinstantie- en kennisplatform railAlert alvast een extra veiligheidsmaatregel getroffen. Rail-wegvoertuigen moeten tijdens het in- en uitzetten op een railinzetplaats of overweg ter plaatse worden begeleid door de aangestelde veiligheidsfunctionaris (bbd, llv of lwb).

railAlert geeft op haar website aan nadrukkelijk “weg te willen blijven van speculaties”, maar ook niet stil te zitten. “Wij vragen de branche daarom extra alert te zijn op de specifieke gevaren rondom het in- en uitzetten van rail-wegvoertuigen.” railAlert zet alle eisen uit de bestaande regelgeving nog eens op een rijtje en vraagt extra aandacht voor de aanscherping ervan met betrekking tot het in- en uitzetten van rail-wegvoertuigen. “Dit is een tijdelijke extra maatregel die wordt geëvalueerd door railAlert na het beschikbaar komen van de onderzoeksresultaten gekoppeld aan dit incident of over een jaar na heden, afhankelijk van wat het eerst beschikbaar is.”

De extra maatregel is een aanvulling op het bestaande veiligheidsprotocol dat bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Opstellen van het Veiligheid & Gezondheid plan
  • Voorbereiden en vastleggen van het in- en uitzetten
  • Schriftelijke en mondelinge instructies
  • Begeleiding bij in- en uitzetten

railAlert geeft – klaarblijkelijk niet ten overvloede – nog maar eens aan dat “overeenkomstig huidige regelgeving, wanneer een rail-wegvoertuig in of uit een spoor wordt gezet, dat spoor of die sporen buitendienst moeten zijn. Bij het oversteken van het rail-wegvoertuig zijn alle over te steken sporen buiten dienst (BD). Als het rail-wegvoertuig, of de hulpstukken en/of de last aan de kraan daarbij dichter dan 1,5m bij een spoorstaaf van het nevenspoor kan komen, dan moet ook het nevenspoor buitendienst zijn.”

De aanscherping van de huidige regelgeving behelst dat rail-wegvoertuigen tijdens het in- en uitzetten op een railinzetplaats of overweg ter plaatse moeten worden begeleid door de aangestelde veiligheidsfunctionaris; een begeleider buiten dienst gesteld spoor (bbd’er), een leider lokale veiligheid (llv’er) of een leider werkplekbeveiliging (lwb’er). Violgens al bestaande regelgeving dienen alle genomen maatregelen voor een rail-wegvoertuig eenduidig te worden opgenomen in de schriftelijke instructies:

  • De werkplekbeveiligingsinstructie (wbi): in de wbi is de werkplek aangegeven voor de in- en uitzetperiode.
  • Het moment wordt bepaald in overleg met de treindienstleider.
  • De voertuiginstructie (vti = Voorblad en beeldinstructie)
  • Werkplekonttrekkingstekening (wot)

Alle schriftelijke instructies dienen te worden overgedragen aan de leider werkplekbeveiliging (lwb). Deze instrueert de aangestelde veiligheidsfunctionarissen (leider lokale veiligheid (llv) en/of begeleider buitendienst-gesteld spoor (bbd)). De lwb of de llv of de bbd’er instrueert vervolgens de gereedschapmachinist en neemt ook de voertuiginstructie mee in deze instructie.

De leider werkplekbeveiliging geeft (na overleg met de treindienstleider) direct (of via de leider lokale veiligheid of de begeleider buitendienst-gesteld spoor) toestemming aan de gereedschapsmachinist van een railwegvoertuig, om het voertuig in- of uit te zetten. De begeleider buiten dienst gesteld spoor is, zoals opgenomen in de huidige regelgeving, als enige functionaris persoonlijk gecertificeerd voor de begeleiding van het railwegvoertuig over het buiten dienst zijnde spoor. Uiteraard moet de gereedschapsmachinist deze instructies opvolgen.

railAlert benadrukt dat deze aanscherping geldt voor álle inzetten en uitzetten van rail-wegvoertuigen, dus ook voor de inzet en uitzet-periode in overleg met de treindienstleider. Wat er precies gebeurd is in Voorschoten, dat is nog niet geheel duidelijk, maar juist op dit gebied is ergens iets misgegaan.

De extra veiligheidsmaatregel, alsmede de bestaande regelgeving rondom het inzetten van rail-wegvoertuigen lees je hier.

Lees meer:

Auteur: Jeroen Baldwin

Jeroen Baldwin is verslaggever, journalist en redacteur voor SpoorPro.nl

Reageer ook

U bent ingelogd als ""

Indien dit onjuist is, kunt u uitloggen.

Nog maximaal tekens

Extra veiligheidsmaatregel bij spoorwerk na ongeluk Voorschoten | SpoorPro.nl
werkzaamheden aan het spoor met rail-wegvoertuigen

Extra veiligheidsmaatregel bij spoorwerk na ongeluk Voorschoten

Bij werkzaamheden aan het spoor geldt er vanaf nu een extra veiligheidsmaatregelen bij in inzet van rail-wegvoertuigen.PvL/Flickr

Hangende het onderzoek naar het ongeluk bij Voorschoten, waarbij een krol-machinist om het leven kwam en tientallen mensen gewond raakten heeft veiligheidsinstantie- en kennisplatform railAlert alvast een extra veiligheidsmaatregel getroffen. Rail-wegvoertuigen moeten tijdens het in- en uitzetten op een railinzetplaats of overweg ter plaatse worden begeleid door de aangestelde veiligheidsfunctionaris (bbd, llv of lwb).

Wilt u dit artikel lezen?

Word nu SpoorPro Premium Abonnee en krijg onbeperkt toegang tot vakinformatie over de spoormarkt.

start abonnement

Overzicht alle abonnementen

Auteur: Jeroen Baldwin

Jeroen Baldwin is verslaggever, journalist en redacteur voor SpoorPro.nl

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.