Panel SpoorPro Seminar ATO

Arriva: machinisten noordelijke lijnen gaan in 2026 met ATO rijden

Automatic Train Operation (ATO), de techniek die automatisch rijden van treinen mogelijk maakt, moet in 2026 op enkele spoortrajecten al in de operatie zijn. Dit kan gelijktijdig lopen met de invoering van ERTMS op de noordelijke lijnen. Daarvoor pleitte directeur Anne Hettinga donderdag tijdens het ATO Live Event van SpoorPro en ProRail in de Jaarbeurs Utrecht. 

Hettinga zat donderdagochtend in een panel samen met ProRail-topman John Voppen en directeur Nanouke van ’t Riet van spoorgoederenvervoerder DB Cargo. Daarbij werd de vraag gesteld wanneer ATO gemeengoed zal zijn.

Invoering op enkele trajecten is mogelijk

Hoewel de bestuurders verwachten dat deze techniek pas in 2040 gemeengoed zal zijn, denken ze wel dat ATO al eerder op enkele trajecten kan worden ingevoerd. Hettinga wijst erop dat er al een toezegging is gedaan vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de implementatie van ERTMS op de noordelijke lijnen in 2026. Hij pleit ervoor om de invoering van ATO hiermee gelijk te laten lopen, omdat er dan volledige geprofiteerd kan worden van beide technieken.

Hettinga benadrukt dat het om ATO Grade of Automation 2 (GoA2) gaat, waarbij een machinist in de cabine aanwezig is, maar de trein bepaalde rijtaken overneemt. Er is volgens hem geen sprake van dat ATO de bestuurder gaat vervangen.

Hij geeft aan dat eerdere ATO-proeven met GoA2 hebben aangetoond dat diverse partijen goed kunnen samenwerken om dit mogelijk te maken. Daarnaast verwacht hij dat er met deze techniek geld kan worden bespaard. “De overheid kan veel besparen in de aanleg  van infrastructuur als ze dit soort technieken implementeert. Het heeft een impact op de verplichting om in de toekomst in meer infrastructuur te gaan investeren.” Als ATO niet wordt geïmplementeerd loopt Nederland volgens hem achter de feiten aan voor wat betreft de verwachte reizigersgroei.

Begin 2020 werd ATO GoA2 op het traject tussen Groningen en Zuidhorn getest door Arriva, ProRail, Stadler en de provincie Groningen. Dit proefproject bestond uit live-testen, simulatieonderzoek en een reizigersonderzoek. Ook is de ervaring van machinisten meegenomen. De initiatiefnemers concludeerden na afloop ineen rapport dat het systeem technisch goed functioneert. Deze resultaten tonen volgens Hettinga ook aan dat de volgende stap kan worden genomen.

‘ATO nodig om bij te dragen aan modal shift’

John Voppen geeft aan het idee van de implementatie van ATO ‘fantastisch’ te vinden, maar vindt dat dit wel ‘op een goede manier’ moet gebeuren. Onder meer door nodige aanpassingen in de infrastructuur te maken en spoormedewerkers voor te bereiden op de komst van deze techniek.

De ProRail-topman is van mening dat 2032 een meer realistisch jaar is voor de ingebruikname van de technologie. Volgens hem hoeft er niet te worden gewacht op de implementatie van ERTMS, omdat er eerder ook al in proeven is aangetoond dat ATO gecombineerd kan worden met het huidige beveiligingssysteem ATB. Hij erkent wel dat het eenvoudiger is om ATO in combinatie met ERTMS toe te passen.

Nanouke van ’t Riet wijst erop dat de spoorsector “mee moet met alle vernieuwingen om bij te kunnen dragen aan de modal shift”. “Voor het goederenvervoer zitten we weer op 100 procent van de capaciteit, dat is meer dan in 2019. Om te kunnen groeien hebben we meer capaciteit nodig.”

Pilot op de Betuweroute

Deze maand nog start DB Cargo met een proefproject op de Betuweroute. Het gaat om een Duits-Nederlandse samenwerking die loopt tot eind 2025. Het project bestaat onder meer uit een testrit van een jaar op het Nederlandse deel van de Betuweroute. Naast DB Cargo zijn ook Digital Rail Germany (DSD), het German Aerospace Centre (DLR) en ProRail bij het project betrokken.

Voppen: “De Betuweroute is zo aangelegd dat je weinig menselijke interactie hebt via bijvoorbeeld overwegen.” Van ’t Riet geeft aan dat de goederenspoorlijn daarom ‘een perfecte proeftuin’ is. “Doel van het project is om aan te tonen of de capaciteit op de Betuweroute kan worden verhoogd”, zegt ze.

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Marieke van Gompel is journalist van SpoorPro en algemeen hoofdredacteur van ProMedia Group.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Arriva: machinisten noordelijke lijnen gaan in 2026 met ATO rijden | SpoorPro.nl
Panel SpoorPro Seminar ATO

Arriva: machinisten noordelijke lijnen gaan in 2026 met ATO rijden

Automatic Train Operation (ATO), de techniek die automatisch rijden van treinen mogelijk maakt, moet in 2026 op enkele spoortrajecten al in de operatie zijn. Dit kan gelijktijdig lopen met de invoering van ERTMS op de noordelijke lijnen. Daarvoor pleitte directeur Anne Hettinga donderdag tijdens het ATO Live Event van SpoorPro en ProRail in de Jaarbeurs Utrecht. 

Hettinga zat donderdagochtend in een panel samen met ProRail-topman John Voppen en directeur Nanouke van ’t Riet van spoorgoederenvervoerder DB Cargo. Daarbij werd de vraag gesteld wanneer ATO gemeengoed zal zijn.

Invoering op enkele trajecten is mogelijk

Hoewel de bestuurders verwachten dat deze techniek pas in 2040 gemeengoed zal zijn, denken ze wel dat ATO al eerder op enkele trajecten kan worden ingevoerd. Hettinga wijst erop dat er al een toezegging is gedaan vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de implementatie van ERTMS op de noordelijke lijnen in 2026. Hij pleit ervoor om de invoering van ATO hiermee gelijk te laten lopen, omdat er dan volledige geprofiteerd kan worden van beide technieken.

Hettinga benadrukt dat het om ATO Grade of Automation 2 (GoA2) gaat, waarbij een machinist in de cabine aanwezig is, maar de trein bepaalde rijtaken overneemt. Er is volgens hem geen sprake van dat ATO de bestuurder gaat vervangen.

Hij geeft aan dat eerdere ATO-proeven met GoA2 hebben aangetoond dat diverse partijen goed kunnen samenwerken om dit mogelijk te maken. Daarnaast verwacht hij dat er met deze techniek geld kan worden bespaard. “De overheid kan veel besparen in de aanleg  van infrastructuur als ze dit soort technieken implementeert. Het heeft een impact op de verplichting om in de toekomst in meer infrastructuur te gaan investeren.” Als ATO niet wordt geïmplementeerd loopt Nederland volgens hem achter de feiten aan voor wat betreft de verwachte reizigersgroei.

Begin 2020 werd ATO GoA2 op het traject tussen Groningen en Zuidhorn getest door Arriva, ProRail, Stadler en de provincie Groningen. Dit proefproject bestond uit live-testen, simulatieonderzoek en een reizigersonderzoek. Ook is de ervaring van machinisten meegenomen. De initiatiefnemers concludeerden na afloop ineen rapport dat het systeem technisch goed functioneert. Deze resultaten tonen volgens Hettinga ook aan dat de volgende stap kan worden genomen.

‘ATO nodig om bij te dragen aan modal shift’

John Voppen geeft aan het idee van de implementatie van ATO ‘fantastisch’ te vinden, maar vindt dat dit wel ‘op een goede manier’ moet gebeuren. Onder meer door nodige aanpassingen in de infrastructuur te maken en spoormedewerkers voor te bereiden op de komst van deze techniek.

De ProRail-topman is van mening dat 2032 een meer realistisch jaar is voor de ingebruikname van de technologie. Volgens hem hoeft er niet te worden gewacht op de implementatie van ERTMS, omdat er eerder ook al in proeven is aangetoond dat ATO gecombineerd kan worden met het huidige beveiligingssysteem ATB. Hij erkent wel dat het eenvoudiger is om ATO in combinatie met ERTMS toe te passen.

Nanouke van ’t Riet wijst erop dat de spoorsector “mee moet met alle vernieuwingen om bij te kunnen dragen aan de modal shift”. “Voor het goederenvervoer zitten we weer op 100 procent van de capaciteit, dat is meer dan in 2019. Om te kunnen groeien hebben we meer capaciteit nodig.”

Pilot op de Betuweroute

Deze maand nog start DB Cargo met een proefproject op de Betuweroute. Het gaat om een Duits-Nederlandse samenwerking die loopt tot eind 2025. Het project bestaat onder meer uit een testrit van een jaar op het Nederlandse deel van de Betuweroute. Naast DB Cargo zijn ook Digital Rail Germany (DSD), het German Aerospace Centre (DLR) en ProRail bij het project betrokken.

Voppen: “De Betuweroute is zo aangelegd dat je weinig menselijke interactie hebt via bijvoorbeeld overwegen.” Van ’t Riet geeft aan dat de goederenspoorlijn daarom ‘een perfecte proeftuin’ is. “Doel van het project is om aan te tonen of de capaciteit op de Betuweroute kan worden verhoogd”, zegt ze.

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Marieke van Gompel is journalist van SpoorPro en algemeen hoofdredacteur van ProMedia Group.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.