
Eindejaarsinterview ProRail-CEO John Voppen, deel 2
Het (spoor)jaar 2022 ligt bijna achter ons. We namen daarom contact op met ProRail-CEO John Voppen om terug te blikken op het afgelopen jaar, waarin de spoorbeheerder tal van uitdagingen voor de kiezen kreeg, maar ook op een aantal punten en dossiers belangrijke stappen wist te zetten. Vandaag deel 2 van ons uitgebreide interview met de topman.
Wat waren voor u de grote gebeurtenissen in 2022? Zijn er zaken/projecten/ontwikkelingen uit het achterliggende jaar waar u en de organisatie trots op zijn of met een bijzonder gevoel op terugkijken?
Veiligheid is voor ons primair. Dit jaar hebben we stappen gezet op veiligheid voor zowel de reiziger, mensen die aan het spoor werken en de omgeving. op overwegen een belangrijk aandachtspunt. Dit jaar noteren we 25 aanrijdingen op overwegen (peildatum 8 december), waarbij bij een van de aanrijdingen één persoon is omgekomen. Helaas kwam daar met de aanrijding van woensdag in het Limburgse Tienray nog een dodelijk slachtoffer bij.
We werken samen met overheden aan aanpak van overwegen. Zo hebben we bijvoorbeeld 15 overwegen aangepakt waar alleen borden waarschuwen voor het naderen van de overweg (NABO). Op 15 december van dit jaar bijvoorbeeld nog één in Friesland. Dit type overwegen willen we allemaal uit het spoornet hebben. Dat is een grote en lastige opdracht waar we in 2023, maar ook in navolgende jaren aan werken. Daarbij wel de aantekening dat we dit alleen in samenwerking klaar kunnen krijgen. Overigens, ook overwegen met bomen en bellen zijn niet zonder risico. Meeste aanrijdingen vinden daar plaats. Kijk naar de aanrijding van een bus die op een overweg was stilgevallen. Ondanks dat deze waarschuwingsinstallaties voor veel veiligheid zorgen, we blijven steeds verbeteren, aanpakken en is de toekomst dat we steeds minder overwegen in het spoor willen zien.
Andere incident op ons spoor waren in september een grote brand waarbij een autotrein betrokken was, in de omgeving van Etten Leur. Er ontstond niet alleen veel schade voor de vervoerder en ons spoor, maar ook veel hinder voor treinverkeer.
Opmerkelijke prestatie leverden we in Limburg, waar we op het traject tussen Landgraaf en Heerlen maar liefst 64 dagen achtereen aan het spoor werkten, tussen 5 maart en 9 mei. Daarbij is in tegenstelling tot andere projecten veel overdag gewerkt, om hinder voor de omgeving te verminderen. We wilden balanceren tussen de belangen van het spoorwerk en de omwonenden. Met het werk dat we in Limburg uitvoerden ligt er nu dubbelspoor en rijdt met de nieuwe dienstregeling die is ingegaan extra treinverkeer. Bovendien verdween een overweg: die is vervangen door een ongelijkvloerse kruising.
We horen regelmatig van aangiftes en gevaarlijke situaties in de spooromgeving. Wat is daaraan te doen?
Het klopt dat vandalisme voor vervelende treinhinder en gevaarlijke toestanden zorgt. In november nog weer een stapel (!) fietsen die op het spoor is gegooid bij Boskoop. Bij Amsterdam hadden we eerder dit najaar last van vandalen die stenen naar treinen gooiden. Liften worden regelmatig kort en klein geslagen. Station Groningen Europapark is in mei aan diggelen geslagen, een lot dat later ook station Haren ten deel viel. We kunnen er geen begrip voor opbrengen en doen aangifte, zorgen op veel plaatsen voor camerabewaking. Maar uiteindelijk is ordehandhaving ook een samenspel met politie en handhavers ter plaatse. Personeelstekorten bij deze overheidsdiensten baren ons daarom ook zorgen.
Ik ben geschrokken van de ontsporing die plaatsvond bij Nederweert. Een intercity reed op de late avond op een stalen voorwerp, die kennelijk op een overweg op het spoor was gelegd. Ik ben er diezelfde nacht nog heen gegaan om mij ter plaatse te laten informeren en om te zien hoe onze mensen en hulpdiensten hier goed werk deden. Gelukkig is iedereen veilig uit de trein gekomen. Politie is nog steeds in onderzoek.
Het storingsspook is nog lang niet uitgebannen, ook in niet de ICT van de spoorsector. Welke stappen worden daar gezet?
Ik vind dat we als spoorsector veel aan allerlei (nieuwe) digitale infrastructuur hebben, noodzakelijk ook met het zeer drukbezette spoor dat wij in Nederland zien. En die systemen helpen ons vaak vooruit, maar ze maken je niet onkwetsbaar. Ook wij als ProRail kampen soms met storingen in ICT en ondersteunende systemen en dat kan vervelende hinder opleveren.
Ik denk aan de zomer toen we bij Rotterdam een probleem hadden. De treinverkeersleiding werd daardoor geraakt. Een ICT deel viel uit en de backup kwam niet goed in de lucht. Die zondagavond reden er daardoor in het gebied rond Rotterdam geen treinen. Inmiddels hebben we na onderzoek vastgesteld dat software en hardware ingrepen nodig waren om deze uitval in de toekomst te voorkomen. Dit geldt voor veel meer plekken in het land.
Dat dubbele uitvoering van systemen goed kan werken weten we uit ervaring. Bijvoorbeeld, in november voorkwam zo’n dubbeling in de systemen dat treinverkeer uitviel. Een server raakte gestoord, maar werd door de backup direct vervangen. Reizigers merkten er in die zin iets van dat de reisinformatie tijdelijk minder accuraat was, maar dat trok in enkele uren weer bij.
Het afgelopen jaar zijn extra maatregelen genomen om het personeelstekort op de verkeersleiding tegen te gaan. Zo zou het anders inrichten van de werkzaamheden voor verlichting moeten zorgen, net als het efficiënter inrichten van de posten. Kortom, wat is de stand van zaken op dit dossier en wat kunnen we op dit onderwerp verwachten in 2023.
Het is personeelstekort is inmiddels in vele sectoren aan het licht gekomen. Voor dit probleem bestaat geen simpele oplossing. Belangrijkste dat we als werkgever aan personeelstekort kunnen doen, zo adviseren deskundigen: zorg goed voor het personeel dat je hebt. Daarom zijn we blij dat we in samenspraak met de vakbonden een nieuwe cao konden afsluiten, die ook met het oog op verbetering van salarissen is afgesloten. Kijk, iedereen merkt dat prijzen stijgen en met name stroom en gas duurder zijn geworden. We hopen dat onze mensen met de nieuwe loonafspraken merken dat ze daar beter het hoofd aan kunnen bieden. Gelukkig bereikten wij dit akkoord zonder stakingen en is overlast voor reizigers daarmee voorkomen.
Maar salaris is slechts een onderdeel van wat we voor ons personeel kunnen doen. Ik zie om mij heen dat mensen vaak aan hun limiet zitten en vermoeid zijn. zijn. En dat we nog steeds veel met ziekte en daardoor uitval van personeel te maken hebben.
Dat is een bredere maatschappelijke trend, waar we elkaar over moeten willen aanspreken: zijn we bereid de menselijke maat te accepteren in wat we van elkaar vragen, ook als dat betekent dat we daarvoor wel aan mogelijkheden in moeten leveren? Zijn we bereid realisme te brengen, ook als dat keuzes met zich meebrengt en we dus niet alles doen? Ik zie nu tot op bestuursniveau vaak nog de geharnaste houding van ‘ik wil méér en ik wil het nú’ en heerst er onvrede bij een ‘nee’, terwijl we eerlijk moeten zijn, want er zijn grenzen bereikt: we moeten keuzes maken.
Salaris is slechts een onderdeel naar ons personeel toe, ik zei het al. Niet alleen bij Verkeersleiding maar overal in ons bedrijf zijn we in gesprek over werkbeleving. We willen heel graag dat mensen die bij ons werken zich met hun expertise kwijt kunnen, door kunnen groeien, belangrijke verbeteringen kunnen realiseren. Dat is een proces waar we nu en komend jaar verder in komen, maar waar je ook niet zomaar klaar mee bent.
De tekorten bij VL zijn overigens nog steeds aan de orde, zonder dat reizigers er de laatste tijde veel van merken. Het is echt personeelstekort en daarmee extra druk op het bestaande personeel. We zijn blij met de bereidheid die onze collega’s aan de dag leggen om extra in te springen. Daar wordt overlast voor reizigers mee voorkomen. Maar dat moet zoveel mogelijk incidenteel blijven: er moet een structurele oplossing komen. Onze opleidingen voor VL zitten goed vol, met de instroom hebben we een stap gezet. Daar zetten we graag nog een tandje bij met meer opleidingscapaciteit die we nu beschikbaar krijgen. De uitstroom vinden we nog hoog. Kortom, we zijn er nog niet.
Prestatiegericht onderhoud (PGO) is een onderwerp dat veel aandacht vraagt binnen de sector. Wat speelt er?
ProRail heeft viertal onderhoudscontracten met spooraannemers tijdelijk verlengd. Het gaat om contracten voor het reguliere onderhoud en storingsherstel in onderhoudsgebieden. Elk onderhoudsgebied heeft een eigen contract met een eigen aannemer. De komende tijd zullen meer tijdelijke verlengingen van deze contracten volgen. Dit komt doordat ProRail vertraging heeft bij de Europese aanbesteding van een nieuwe contractvariant.
Als spoorbeheerder werkt ProRail aan het onderhoud en de vernieuwing van zevenduizend kilometer spoor en vierhonderd stations. Dat onderhoud is ingedeeld in 21 contractgebieden. Die gebieden worden beheerd door vier (binnenkort vijf) spooraannemers. Dat gebeurt volgens een contractvorm die PGO heet.
Deze contracten zitten complex in elkaar en bieden grote voor- en nadelen. Om de samenwerking met aannemers steeds weer verder te verbeteren, past ProRail de contracten elke paar jaar aan met de lessen die zijn geleerd. Dit vergt veel afstemming tussen de verschillende partijen. Het invoeren van de nieuwste variant, PGO 4.0, heeft ProRail meer tijd gekost dan vooraf ingeschat. Daardoor is de nieuwe contractvariant niet op tijd af.
Om het onderhoud toch te laten doorgaan, is het noodzakelijk dat ProRail de eerst aflopende PGO-contracten van het oude type verlengt. Dat kan helaas niet volgens de aanbestedingswetgeving.
Door de tijdelijke contractverlengingen kan ProRail echter wel een goede aanbesteding van de nieuwe 4.0 contracten voorbereiden. Vervolgens gaat ProRail aan de slag met een visie op hoe de spoorbeheerder het dagelijks onderhoud in de toekomst wil organiseren.
ProRail heeft met de betrokken aannemers goede afspraken kunnen maken over de contracten die per december zijn verlopen. Met deze afspraken kan het treinverkeer voor reizigers en verladers doorgaan en houden we met elkaar Nederland bereikbaar.
Volgend jaar zet ProRail naar wij begrijpen een nieuwe contractvorm in de markt als onderdeel van het ProCarement-initiatief om tenderen efficiënter te maken. Wat gaan de spooraanemers hiervan merken en hoe werkt het door op het stroomlijnen van de stortvloed aan projecten die er als onderdeel de miljardeninvestering vanuit de overheid aankomt?
Het inschrijven en verkrijgen van een contract is een ingewikkeld proces dat alle inschrijvers en aannemers veel tijd en geld kost. De aanbestedingswet laat toe dat hier andere en slimmere keuzes in gemaakt worden. Wij willen dat een tender minder tijd en mankracht kost. De uitvraag voor een contract kan eenvoudiger en met minder eisen. Op die manier kunnen we samen met de markt hier stappen in zetten.
Tenslotte: in de Rotterdamse haven is veel vooruitgang geboekt, onder meer wat de blusvoorziening en de wisselverwarming aan gaat. Toch zitten ook daar losse eindjes. Geeft het dossier Havenspoorlijn u nog steeds “buikpijn”, zoals u het halverwege dit jaar in gesprek met ons zusterblad Nieuwsblad Transport omschreef of kan de bladzijde omgeslagen worden?
Er is veel vooruitgang, want al eerder (2021) hebben we 29 wissels, 50 overwegen en 10 kilometer spoor aangepakt. Dit jaar 2022 volgden nog eens 28 wissels (en aansluitende spoortakken) en 3 overwegen. Maar we zijn er echt nog niet: in 2023 werken we aan 35 wissels, 25 overwegen en nog eens 10 kilometer spoor. Overigens zijn we op dit moment (tijdens de afname van dit interview) druk bezig met de brandblusvoorziening die voor eind 2022 klaar moet zijn. We werken met man en macht om te zorgen dat we de emplacementen open kunnen houden, zodat onze goederenvervoerders het spoor ook hier kunnen blijven gebruiken. Al dit werk is bovenop het reguliere onderhoud.
Komend jaar gaan we op de Botlek werken aan de capaciteit. We willen zo’n 25 procent meer treinen laten rijden door bestaande infra beter te benutten. Door combinatie van bestaande bronnen en data, gecombineerd met bijv. toepassing van smart camera’s en sensoren. Samen met partijen als vervoerders, operators, terminal en Havenbedrijf Rotterdam. Het systeem zorgt voor veel meer overzicht in de stand van materieel en ruimte: doordat je beter weet welke trein waar staat en hoelang deze/gene nog nodig heeft kan je alles beter op elkaar afstemmen en een slag in efficiëntie maken.