‘Trein ongeluk Hooghalen heeft overlevingsruimte in cabine machinist’
De Sprinter Nieuwe Generatie (SNG) van treinfabrikant CAF, waarmee op vrijdag 22 mei een ongeluk gebeurde waarbij een machinist om het leven kwam, heeft een overlevingsruimte in de cabine van de trein. Deze trein heeft ook een deur naar het reizigersgedeelte. Dat zegt spoorvervoerder NS in reactie op vragen van SpoorPro.
Op 22 mei vond er een ernstig treinongeluk plaats in Hooghalen, waarbij een 58-jarige NS-machinist om het leven kwam. De trein kwam in botsing met een tractor met oplegger op een onbewaakte overweg. Op beelden van het ongeluk is te zien dat de cabine van de trein helemaal in elkaar zit.
Botsveiligheid
Na verschillende bezorgde reacties van machinisten, stelde vakbond VVMC vragen aan NS over de botsveiligheid van de trein. “Als je deze beelden ziet, dan vraag je je als machinist af hoe veilig deze trein is. We hebben naar aanleiding van dit ongeluk een hele rits vragen gesteld over hoe de veiligheid van de trein getest is, op welke manier dit getest is en wat daaruit is gekomen. Onze leden willen weten of ze in veilig materieel rijden. Dat is echt van belang”, aldus vakbondsbestuurder Wim Eilert in reactie op het ongeluk.
Woordvoerder Anita Middelkoop van NS: “We kunnen op geen enkele manier vooruitlopen op de uitkomsten of conclusies van het onderzoek. Het is van groot belang voor alle betrokkenen dat de verschillende onderzoeken in alle zorgvuldigheid en rust kunnen plaatsvinden. We begrijpen ook goed dat er nu vragen zijn. Net als ieder ander willen wij vanzelfsprekend weten hoe dit tragische ongeval heeft kunnen gebeuren. Onze machinist was een geliefde collega, het verdriet is groot.”
Overlevingsruimte
“In de treincabine is een overlevingsruimte”, aldus Middelkoop. Dit is ook zo vastgesteld in de geldende norm waar de SNG aan voldoet. Ook heeft deze cabine een deur naar het reizigersgedeelte. Elk treintype moet worden toegelaten. We stellen veiligheidseisen aan de overlevingsruimte en vluchtroute en gebruiken daarbij de laatste normen.”
“De huidige geldige norm voor treinen is de norm uit 2008. In 2010 is hier een aanvulling op gekomen. In 2012 zijn verschillende aanvullende eisen gesteld naar aanleiding van het ongeval op Singelgracht (Amsterdam Westerpark, red.). In 2013 zijn de specificaties voor het treintype SNG opgesteld. Deze specificaties voor de hele trein zijn in 2013 opgesteld op basis van de dan geldende norm uit 2008 en inzichten uit 2010 en 2012.”
Uit het onderzoek dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2012 deed naar het ongeluk bij Amsterdam Westerpark bleek dat NS zich bij aanschaf en revisie van treinen als het gaat om botsveiligheid had beperkt tot de concrete, technische minimumeisen die de wet daarover voorschreef. Bij de aanschaf van nieuwe treinen was de botsveiligheid van het interieur geen overweging. NS heeft de specificaties naar aanleiding van de bevindingen van het ongeluk in Amsterdam aangepast.
Botsveiligheid
Treinen moeten voldoen aan Europese normen die zien op de botsveiligheid van de constructie van treinen. Deze zijn neergelegd in de technische specificatie voor interoperabiliteit ‘Passagiers en rollend materieel’. De normen stellen onder andere eisen aan de krachten die de kop van de trein bij een referentiebotsing moet kunnen opvangen en stellen eisen aan de inrichting van de cabine.
In 2016 deed de Onderzoeksraad voor Veiligheid aanbevelingen over de botsveiligheid van treinen en de overlevingsruimte voor de machinist. De Raad deed dat naar aanleiding van een ongeluk in Dalfsen tussen een Arriva-trein en een hoogwerker, waarbij een machinist om het leven kwam. Ook het dodelijk treinongeluk in Amsterdam Westerpark in 2012 werd in het onderzoek meegenomen.
De raad pleitte daarin onder meer om de Europese norm voor botsveiligheid van treinen (EN-15227) zo aan te scherpen dat de overlevingsruimte voor de machinist – los van de mogelijkheid van een vluchtmogelijkheid – zich bij de bestuurdersstoel moet bevinden. De wijziging van deze Europese norm loopt op dit moment nog.
Lees ook:
- Hoe staat het met de aanpak van de veiligheid op het spoor?
- VVMC: nationale eisen stellen aan botsveiligheid treinen
- Staatssecretaris: snel helderheid nodig over oorzaak treinongeluk Hooghalen
Wilt u dit artikel lezen?
Word nu SpoorPro Premium Abonnee en krijg onbeperkt toegang tot vakinformatie over de spoormarkt. Ook krijgt u €100 korting op het SpoorPro Seminar ‘Elektrisch werken aan het spoor’.
Bent u al abonnee?
Ooit een keer meegemaakt, dat ik, komende vanuit Velp richting Arnhem, net voor Presikhaaf onder een viaduct doorging en een onbewaakt overpad naderde. Aan de linkerkant, naderde er een vrachtauto met laadklep vol met bakstenen. Gelukkig voor mij zag hij mij op tijd en stopte hij netjes waar het hoort, vlak voor het overpad. Als hij doorgereden was, dan had ik hier nu niet meer gezeten. Ontsnappingsruimtes zijn leuk, maar in 2 seconden doe je gewoon niet veel meer.
In theoretisch berekende situaties is er dan wel mogelijk “overlevingsruimte”, maar in de praktijk is dat dus niet gebleken.. Een beter bewijs hiervoor is er niet. Helaas erg triest dat dit een leven heeft gekost. Tijdens de eerste testritten in Velim heb ik daar destijds wel mijn bedenkingen over gehad..