COLUMN
Mobiliteitssector en overheid lijnrecht tegenover elkaar
Er zal in mobiliteit geïnvesteerd moeten worden anders loopt Nederland vast. Foto ter illustratie: Impressie van de Zuidasdok. Zuidasdok
Daar waar de mobiliteitssector er bij de overheid keihard op aandringt om nú te investeren in mobiliteit, daar beweegt de overheid juist de andere kant op. Met de formatie op gang lijken vervoerders, verladers, beheerders en belangengroeperingen het nieuwe kabinet ervan te willen doordringen dat er gekapt moet worden met het huidige beleid van bezuinigingen, versoberingen en een ferme pas op de plaats waar het gaat om investeringen in mobiliteit.
Wilt u dit artikel lezen?
Word nu SpoorPro Premium Abonnee en krijg onbeperkt toegang tot vakinformatie over de spoormarkt. Ook krijgt u €100 korting op het SpoorPro Seminar ‘Elektrisch werken aan het spoor’.
Bent u al abonnee?
De investeringskosten in mobiliteit, en zeker als het openbaar vervoer betreft, worden als maar hoger, terwijl de toegevoegde waarde steeds beperkter is. Bovendien, veel infrastructuur is in de jaren ´60 en ´70 tot stand gekomen en inmiddels hard toe aan een onderhoudsbeurt. Daar zal de komende decennia ook veel geld voor moeten worden uitgetrokken en mankracht voor beschikbaar moeten zijn. Alle reden dus voor de overheid om uiterst terughoudend te zijn met de aanleg van nieuwe infrastructuur.
De Britten hebben ook steeds investeringen uitgesteld, maar de economie en bevolking groeien gewoon door. Daarom hebben ze 20 miljard moeten steken in 1 metrolijn om Londen nog mobiel te houden.
Infra in NL uit de jaren 60 is bedacht in de jaren 50. Nederland had toen nog maar de helft van het aantal inwoners, dus die systemen voldoen niet meer. Men moet een nieuw integraal OV-systeem bedenken obv het oude, aangevuld met nieuwe elementen (zoals Lelyijn) en hier voor de toekomst in investeren.