Dag 2 van RailTech Europe in volle gang

Voor de tweede dag vormt RailTech Europe in Utrecht de hotspot voor de spoorsector. Van presentaties over verduurzaming van het spoor, bedrijven die hun nieuwste producten presenteren tot een debat over concurrentie tussen vervoerders op het spoor: hier is een blik op wat er gebeurt op RailTech Europe 2024 dag 2.

Op de beursvloer is het weer een levendige bedoening bij alle verschillende stands en in de workshopruimten. In die workshops presenteerde Ace4Rail bijvoorbeeld hun unieke businesscase om een leasemaatschappij voor reizigersmaterieel op te richten, een primeur in de markt. ThioTrack nodigde mensen uit om de toekomst van duurzame spoorweginfrastructuur te ontdekken met een workshop over zwavelbeton dwarsliggers, en er stonden nog veel meer workshops op het programma.

Op de RailTech Europe conferentie werd ’s ochtends gediscussieerd over de Europese markt voor passagiersvervoer per spoor en concurrentie. Kimmo Oostermeyer, directeur van Rebel Group, trapte af met de eerste presentatie en sprak over hoe de huidige hindernissen voor internationale open toegang kunnen worden weggenomen zodat concurrentie een stimulans kan zijn om het spoor vooruit te helpen. “De ‘driehoek’ Amsterdam-Brussel-Londen heeft een enorm potentieel voor het spoor. Maar het wordt momenteel gemonopoliseerd door één enkele operator, Eurostar.” Hij ziet ook dat er nog steeds een behoorlijke vraag is naar vliegreizen, van alle reizen tussen Amsterdam en Londen wordt 63% per vliegtuig gedaan, ook al zijn de afstanden erg kort.

Waarom wordt dit potentieel niet volledig benut door de Eurostar? Oostermeyer noemt verschillende redenen: er is een gebrek aan treinmaterieel om aan de vraag te voldoen en het dienstenaanbod is niet echt gericht op de passagierservaring. “Als je vaak reist, merk je dat er veel vertragingen zijn en dat je er als reiziger alleen voor staat. De service aan boord is niet geweldig en de prijzen zijn echt hoog. Vliegen is ongeveer de helft goedkoper, zelfs met een late boeking. Concurrentie zou hier verandering in kunnen brengen en dat wordt erkend. Meerdere partijen zoals Evolyn en Renfe hebben interesse getoond in het exploiteren van diensten naar Londen.”

Eén ding dat moet verbeteren is de toegang tot onderhoudsfaciliteiten. Voor de Trenitalia-dienst Parijs-Lyon-Milaan rijden de treinstellen vanuit Italië en worden daar onderhouden. Hetzelfde geldt voor Parijs-Barcelona of de ÖBB Nightjet. “Het echte onderhoud wordt altijd thuis gedaan.” Maar dit kan voor problemen zorgen, bijvoorbeeld toen er vorig jaar een aardverschuiving plaatsvond in Frejus vlakbij de Franse grens met Italië. De dienst moest volledig worden stopgezet omdat de treinen geen toegang hadden tot onderhoud in Italië. “Als je echt graag concurrentie wilt, moet je nieuwkomers helpen om onderhoudsfaciliteiten te ontwikkelen.”

Debat over concurrentie op de markt

De ochtend werd afgesloten met een levendig debat over de voor- en nadelen van marktliberalisering, met Delphine Grandsart, Senior Researcher bij de European Passengers Federation, Viola Sütő, advocaat en eigenaar van LegalRail, Nick Brooks, secretaris-generaal van ALLRAIL en Tijmen Voet, directeur Netwerkontwikkeling & Ontwerp bij de Nederlandse operator NS.

Sommigen zijn sterke voorstanders van meer marktopening en concurrentie, zoals Nick Brooks: “Het hele Duitse langeafstandsnetwerk wordt commercieel geëxploiteerd en biedt maatschappelijke waarde. De lijnen die commercieel kunnen worden geëxploiteerd, moeten dat ook worden, er is geen behoefte aan subsidies. Ik denk dat het grootste deel van het Nederlandse netwerk commercieel kan worden geëxploiteerd, aangezien het netwerk tot voor kort winstgevend was”. Tijmen Voet, directeur Netwerkontwikkeling & Ontwerp bij NS: “De beleidsdoelen van het Nederlandse vervoer zijn het minimaliseren van reistijden en overstaptijden. Marktliberalisering op zich is geen doel, het moet bijdragen aan die doelen. Ik ben niet blind voor de successen in andere landen, maar daar is sprake van restcapaciteit op het netwerk, wat in Nederland niet het geval is.”

In de middag gaat de conferentie verder over de verduurzaming van het spoor.

“We moeten in Europa het beste zijn op het gebied van spooronderhoud”

Marcel Taubert, managing director van Vossloh Rail Services, werkt al 25 jaar voor het van oorspron Duitse bedrijf en is graag terug op RailTech Europe. In zijn CEO talk interview ziet hij het aantrekken van voldoende geschoolde mensen om de spoorwegsector vooruit te helpen als grootste uitdaging voor de komende tijd. “Het belangrijkste verkoopargument van het spoor is zijn rol in het garanderen van groene mobiliteit, nu en in de toekomst, dat wordt steeds meer erkend.”

Taubert is ook verheugd over de verandering in de aanpak van de spoorweginfrastructuur in Duitsland, waar de grootste vernieuwingsplannen voor de infrastructuur in decennia plaatsvinden. Hoewel het vóór deze verandering misschien frustrerend was om een gebrek aan politieke wil en voldoende financiering te zien, kijkt hij eerder uit naar de toekomst en de positieve hernieuwde waardering van het spoor. “We moeten de beste ter wereld zijn in onderhoud, het netwerk in Europa zal waarschijnlijk niet veel worden uitgebreid, het is een noodzaak om zoveel mogelijk gebruik te maken van wat we hebben, op de meest efficiënte manier.”

Auteur: RailTech

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Dag 2 van RailTech Europe in volle gang | SpoorPro.nl

Dag 2 van RailTech Europe in volle gang

Voor de tweede dag vormt RailTech Europe in Utrecht de hotspot voor de spoorsector. Van presentaties over verduurzaming van het spoor, bedrijven die hun nieuwste producten presenteren tot een debat over concurrentie tussen vervoerders op het spoor: hier is een blik op wat er gebeurt op RailTech Europe 2024 dag 2.

Op de beursvloer is het weer een levendige bedoening bij alle verschillende stands en in de workshopruimten. In die workshops presenteerde Ace4Rail bijvoorbeeld hun unieke businesscase om een leasemaatschappij voor reizigersmaterieel op te richten, een primeur in de markt. ThioTrack nodigde mensen uit om de toekomst van duurzame spoorweginfrastructuur te ontdekken met een workshop over zwavelbeton dwarsliggers, en er stonden nog veel meer workshops op het programma.

Op de RailTech Europe conferentie werd ’s ochtends gediscussieerd over de Europese markt voor passagiersvervoer per spoor en concurrentie. Kimmo Oostermeyer, directeur van Rebel Group, trapte af met de eerste presentatie en sprak over hoe de huidige hindernissen voor internationale open toegang kunnen worden weggenomen zodat concurrentie een stimulans kan zijn om het spoor vooruit te helpen. “De ‘driehoek’ Amsterdam-Brussel-Londen heeft een enorm potentieel voor het spoor. Maar het wordt momenteel gemonopoliseerd door één enkele operator, Eurostar.” Hij ziet ook dat er nog steeds een behoorlijke vraag is naar vliegreizen, van alle reizen tussen Amsterdam en Londen wordt 63% per vliegtuig gedaan, ook al zijn de afstanden erg kort.

Waarom wordt dit potentieel niet volledig benut door de Eurostar? Oostermeyer noemt verschillende redenen: er is een gebrek aan treinmaterieel om aan de vraag te voldoen en het dienstenaanbod is niet echt gericht op de passagierservaring. “Als je vaak reist, merk je dat er veel vertragingen zijn en dat je er als reiziger alleen voor staat. De service aan boord is niet geweldig en de prijzen zijn echt hoog. Vliegen is ongeveer de helft goedkoper, zelfs met een late boeking. Concurrentie zou hier verandering in kunnen brengen en dat wordt erkend. Meerdere partijen zoals Evolyn en Renfe hebben interesse getoond in het exploiteren van diensten naar Londen.”

Eén ding dat moet verbeteren is de toegang tot onderhoudsfaciliteiten. Voor de Trenitalia-dienst Parijs-Lyon-Milaan rijden de treinstellen vanuit Italië en worden daar onderhouden. Hetzelfde geldt voor Parijs-Barcelona of de ÖBB Nightjet. “Het echte onderhoud wordt altijd thuis gedaan.” Maar dit kan voor problemen zorgen, bijvoorbeeld toen er vorig jaar een aardverschuiving plaatsvond in Frejus vlakbij de Franse grens met Italië. De dienst moest volledig worden stopgezet omdat de treinen geen toegang hadden tot onderhoud in Italië. “Als je echt graag concurrentie wilt, moet je nieuwkomers helpen om onderhoudsfaciliteiten te ontwikkelen.”

Debat over concurrentie op de markt

De ochtend werd afgesloten met een levendig debat over de voor- en nadelen van marktliberalisering, met Delphine Grandsart, Senior Researcher bij de European Passengers Federation, Viola Sütő, advocaat en eigenaar van LegalRail, Nick Brooks, secretaris-generaal van ALLRAIL en Tijmen Voet, directeur Netwerkontwikkeling & Ontwerp bij de Nederlandse operator NS.

Sommigen zijn sterke voorstanders van meer marktopening en concurrentie, zoals Nick Brooks: “Het hele Duitse langeafstandsnetwerk wordt commercieel geëxploiteerd en biedt maatschappelijke waarde. De lijnen die commercieel kunnen worden geëxploiteerd, moeten dat ook worden, er is geen behoefte aan subsidies. Ik denk dat het grootste deel van het Nederlandse netwerk commercieel kan worden geëxploiteerd, aangezien het netwerk tot voor kort winstgevend was”. Tijmen Voet, directeur Netwerkontwikkeling & Ontwerp bij NS: “De beleidsdoelen van het Nederlandse vervoer zijn het minimaliseren van reistijden en overstaptijden. Marktliberalisering op zich is geen doel, het moet bijdragen aan die doelen. Ik ben niet blind voor de successen in andere landen, maar daar is sprake van restcapaciteit op het netwerk, wat in Nederland niet het geval is.”

In de middag gaat de conferentie verder over de verduurzaming van het spoor.

“We moeten in Europa het beste zijn op het gebied van spooronderhoud”

Marcel Taubert, managing director van Vossloh Rail Services, werkt al 25 jaar voor het van oorspron Duitse bedrijf en is graag terug op RailTech Europe. In zijn CEO talk interview ziet hij het aantrekken van voldoende geschoolde mensen om de spoorwegsector vooruit te helpen als grootste uitdaging voor de komende tijd. “Het belangrijkste verkoopargument van het spoor is zijn rol in het garanderen van groene mobiliteit, nu en in de toekomst, dat wordt steeds meer erkend.”

Taubert is ook verheugd over de verandering in de aanpak van de spoorweginfrastructuur in Duitsland, waar de grootste vernieuwingsplannen voor de infrastructuur in decennia plaatsvinden. Hoewel het vóór deze verandering misschien frustrerend was om een gebrek aan politieke wil en voldoende financiering te zien, kijkt hij eerder uit naar de toekomst en de positieve hernieuwde waardering van het spoor. “We moeten de beste ter wereld zijn in onderhoud, het netwerk in Europa zal waarschijnlijk niet veel worden uitgebreid, het is een noodzaak om zoveel mogelijk gebruik te maken van wat we hebben, op de meest efficiënte manier.”

Auteur: RailTech

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.