Dubbeldekker in onderhoud bij NS Trein Modernisering (NSTM) in Haarlem
Mensen uit de sector aan het woord

Geelblauw bloed kruipt waar het niet gaan kan

Een dubbeldeks rijtuig van de VIRM in onderhoud bij NS Trein Modernisering (NSTM) in Haarlem Mark van der Sluijs

Mark van der Sluijs werkte jarenlang bij NS, vertrok naar ProRail en is inmiddels weer enige tijd terug bij NS. De route terug naar het oude nest verliep via ingenieursbureau SVO-rail, gespecialiseerd in het flexibel bemensen van projecten op en rond het spoor. SpoorPro sprak met Van der Sluijs, inmiddels Production Engineer in Haarlem bij NS Trein Modernisering (NSTM), over zijn carrièrestappen.

Van der Sluijs heeft naar eigen zeggen geelblauw bloed, niet in de laatste plaats omdat hij de toenmalige vakschool van NS zelf doorlopen heeft. Daar volgde hij het werk-leertraject van de spoorwegmaatschappij. Hierdoor vervulde Van der Sluijs tal van functies binnen NS, van storingsmonteur tot productieregelaar techniek en van productieregelaar rangeren tot treindienstleider op emplacement Watergraafsmeer.

In 2018 viel het besluit dat ProRail voortaan alle treindienstleiderstaken zou gaan uitvoeren, waardoor Van der Sluijs overstapte van NS naar de spoorbeheerder. Daar liep het carrièrepad dat ProRail had uitgestippeld al snel door, zegt Van der Sluis, die op eigen initiatief vervolgens richting de capaciteitsverdeling doorschoof. “Dat bleek geen gelukkig huwelijk. En intussen bekroop me ook het gevoel dat ik NS miste.”

‘Frisse blik nodig’

Van der Sluijs kwam vervolgens in contact met recruiters binnen NS, maar die bleken zich toch meer bezig te houden met overplaatsingen voor overcomplete medewerkers. Ook via zijn eigen netwerk binnen NS was het lastig om de juiste ingangen te vinden, temeer omdat de achtergrond van Van der Sluijs in de techniek onderbelicht bleef. “Ik was er al een tijdje uit, dat klopt. En daarnaast is NS zo’n grote organisatie dat het voor mij ook heel erg zoeken was. Dan heb je iemand nodig met een frisse blik of met een helikopterbeeld van de organisatie. Zodoende kwam ik in contact met Joost van Opijnen, directeur van SVO-rail.”

SVO-rail is gespecialiseerd in het flexibel bemensen van projecten op en rond het spoor. Het bedrijf levert vooral hoger opgeleide medewerkers. Overigens niet alleen aan NS, maar ook aan andere spoorse bedrijven. “Een gesprek met Joost volgde al snel en uiteindelijk hebben we ruim twee uur met elkaar gesproken. Hij wilde niet alleen alles van mijn carrière weten, maar was ook oprecht geïnteresseerd in mijn privéleven. En doordat Joost ook iemand is die de spoorwereld door en door kent, heeft hij zijn eigen ingangen en kent hij andere aspecten van een bedrijf. Dat heb je soms net even nodig. Toen was alles eigenlijk binnen een flits geregeld, notabene tijdens mijn vakantie.”

Voor Van der Sluijs was de terugkeer na vijf jaar naar NS een beetje als een terugkeer naar huis. “ProRail en NS zijn toch wel verschillende organisaties, ook al heeft de overgrote meerderheid bij beiden een spoorachtergrond. Het is lastig om je vinger erop te leggen, maar NS voelt als een wat warmere organisatie. Zo heb ik dat in ieder geval ervaren.”

Eigen vakschool NS wordt gemist

Wel zag hij bij zijn terugkeer na vijf jaar veranderingen binnen NS en dan met name op het gebied van werkdruk. Het moge bekend zijn, ook de vervoerder heeft te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. “Het is lastig om aan de juiste technische mensen te komen. Daarom is het ook zo jammer dat de eigen NS-vakschool er niet meer is. De zogeheten TechniekFabriek, een samenwerking tussen het ROC en NS, hebben we nu gelukkig wel.”

Via die TechniekFabriek, met vestigingen in Zwolle, Amsterdam en Berkel-Enschot, worden jongeren in twee jaar opgeleid tot monteur treintechniek (mbo-2) via de opleiding Mechatronica. In het tweede jaar komen de studenten in dienst als leerling-monteur.

Toch durft Van der Sluijs niet in te schatten of jongeren daar dezelfde toewijding aan het bedrijf zullen kweken. “Van mijn lichting op de vakschool 32 jaar geleden is driekwart nog actief binnen NS, denk ik. Of bij ProRail. De school stond erg hoog aangeschreven. Nu zien we nog wel eens nieuwe jonge collega’s binnenkomen voor wie NS toch meer een springplank naar een volgende baan is. Misschien is dat ook wel een verschil tussen de generaties.”

Over de manieren om mensen binnenboord te houden, heeft van der Sluijs wel zo zijn ideeën. “Wat ik persoonlijk wel eens mis – ook al is dat misschien inherent aan een groot bedrijf als NS – is dat er onvoldoende rondgekeken wordt op de werkvloer. Er zijn altijd wel mensen waarvan je denkt: ‘die heeft meer in zijn mars’. Geef die mensen meer kansen om hogerop te komen en maak intern gebruik van de expertise op de werkvloer.”

Lees ook:

Auteur: Nick Augusteijn

Nick Augusteijn is chef redactie van SpoorPro en de RailTech-titels.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Geelblauw bloed kruipt waar het niet gaan kan | SpoorPro.nl
Dubbeldekker in onderhoud bij NS Trein Modernisering (NSTM) in Haarlem
Mensen uit de sector aan het woord

Geelblauw bloed kruipt waar het niet gaan kan

Een dubbeldeks rijtuig van de VIRM in onderhoud bij NS Trein Modernisering (NSTM) in Haarlem Mark van der Sluijs

Mark van der Sluijs werkte jarenlang bij NS, vertrok naar ProRail en is inmiddels weer enige tijd terug bij NS. De route terug naar het oude nest verliep via ingenieursbureau SVO-rail, gespecialiseerd in het flexibel bemensen van projecten op en rond het spoor. SpoorPro sprak met Van der Sluijs, inmiddels Production Engineer in Haarlem bij NS Trein Modernisering (NSTM), over zijn carrièrestappen.

Van der Sluijs heeft naar eigen zeggen geelblauw bloed, niet in de laatste plaats omdat hij de toenmalige vakschool van NS zelf doorlopen heeft. Daar volgde hij het werk-leertraject van de spoorwegmaatschappij. Hierdoor vervulde Van der Sluijs tal van functies binnen NS, van storingsmonteur tot productieregelaar techniek en van productieregelaar rangeren tot treindienstleider op emplacement Watergraafsmeer.

In 2018 viel het besluit dat ProRail voortaan alle treindienstleiderstaken zou gaan uitvoeren, waardoor Van der Sluijs overstapte van NS naar de spoorbeheerder. Daar liep het carrièrepad dat ProRail had uitgestippeld al snel door, zegt Van der Sluis, die op eigen initiatief vervolgens richting de capaciteitsverdeling doorschoof. “Dat bleek geen gelukkig huwelijk. En intussen bekroop me ook het gevoel dat ik NS miste.”

‘Frisse blik nodig’

Van der Sluijs kwam vervolgens in contact met recruiters binnen NS, maar die bleken zich toch meer bezig te houden met overplaatsingen voor overcomplete medewerkers. Ook via zijn eigen netwerk binnen NS was het lastig om de juiste ingangen te vinden, temeer omdat de achtergrond van Van der Sluijs in de techniek onderbelicht bleef. “Ik was er al een tijdje uit, dat klopt. En daarnaast is NS zo’n grote organisatie dat het voor mij ook heel erg zoeken was. Dan heb je iemand nodig met een frisse blik of met een helikopterbeeld van de organisatie. Zodoende kwam ik in contact met Joost van Opijnen, directeur van SVO-rail.”

SVO-rail is gespecialiseerd in het flexibel bemensen van projecten op en rond het spoor. Het bedrijf levert vooral hoger opgeleide medewerkers. Overigens niet alleen aan NS, maar ook aan andere spoorse bedrijven. “Een gesprek met Joost volgde al snel en uiteindelijk hebben we ruim twee uur met elkaar gesproken. Hij wilde niet alleen alles van mijn carrière weten, maar was ook oprecht geïnteresseerd in mijn privéleven. En doordat Joost ook iemand is die de spoorwereld door en door kent, heeft hij zijn eigen ingangen en kent hij andere aspecten van een bedrijf. Dat heb je soms net even nodig. Toen was alles eigenlijk binnen een flits geregeld, notabene tijdens mijn vakantie.”

Voor Van der Sluijs was de terugkeer na vijf jaar naar NS een beetje als een terugkeer naar huis. “ProRail en NS zijn toch wel verschillende organisaties, ook al heeft de overgrote meerderheid bij beiden een spoorachtergrond. Het is lastig om je vinger erop te leggen, maar NS voelt als een wat warmere organisatie. Zo heb ik dat in ieder geval ervaren.”

Eigen vakschool NS wordt gemist

Wel zag hij bij zijn terugkeer na vijf jaar veranderingen binnen NS en dan met name op het gebied van werkdruk. Het moge bekend zijn, ook de vervoerder heeft te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. “Het is lastig om aan de juiste technische mensen te komen. Daarom is het ook zo jammer dat de eigen NS-vakschool er niet meer is. De zogeheten TechniekFabriek, een samenwerking tussen het ROC en NS, hebben we nu gelukkig wel.”

Via die TechniekFabriek, met vestigingen in Zwolle, Amsterdam en Berkel-Enschot, worden jongeren in twee jaar opgeleid tot monteur treintechniek (mbo-2) via de opleiding Mechatronica. In het tweede jaar komen de studenten in dienst als leerling-monteur.

Toch durft Van der Sluijs niet in te schatten of jongeren daar dezelfde toewijding aan het bedrijf zullen kweken. “Van mijn lichting op de vakschool 32 jaar geleden is driekwart nog actief binnen NS, denk ik. Of bij ProRail. De school stond erg hoog aangeschreven. Nu zien we nog wel eens nieuwe jonge collega’s binnenkomen voor wie NS toch meer een springplank naar een volgende baan is. Misschien is dat ook wel een verschil tussen de generaties.”

Over de manieren om mensen binnenboord te houden, heeft van der Sluijs wel zo zijn ideeën. “Wat ik persoonlijk wel eens mis – ook al is dat misschien inherent aan een groot bedrijf als NS – is dat er onvoldoende rondgekeken wordt op de werkvloer. Er zijn altijd wel mensen waarvan je denkt: ‘die heeft meer in zijn mars’. Geef die mensen meer kansen om hogerop te komen en maak intern gebruik van de expertise op de werkvloer.”

Lees ook:

Auteur: Nick Augusteijn

Nick Augusteijn is chef redactie van SpoorPro en de RailTech-titels.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.