‘We beschermen materieel op zo’n manier dat de uitstraling er ook baat bij heeft’

Sta je op een willekeurig station in Nederland en komt een glimmende NS-trein je tegemoet, een die ogenschijnlijk strak in de lak zit en geen vale poetsvlekken van een graffiti-verwijderklus heeft, dan is de kans groot dat deze trein voorzien is van een folie van het Nederlandse bedrijf Fleetshield. We spreken met algemeen directeur/DGA Jeroen van Son over de activiteiten en de koers van het bedrijf.

De folie van Fleetshield zul je nauwelijks met het blote oog ontdekken. Ook staat er geen logo op. Met andere woorden, het blijft letterlijk op de achtergrond (of in dit geval de ondergrond), zodat alle aandacht uitgaat naar de puike staat en dito look and feel van de trein. “Onze business is de langdurige bescherming van materieel. Dat doen we op een manier dat juist de uitstraling ervan er ook baat bij heeft”, zegt van Son.

Niets zo logisch als een trein te voorzien van een beschermende folie, om deze goed te houden en ervoor te zorgen dat graffiti relatief eenvoudig te verwijderen is. Tenminste, dat zou je denken. Toch heeft het jaren geduurd voordat de spoorsector ervan doordrongen raakte dat Van Son geen willekeurige ‘folieboer’ of ‘stickerkoning’ is.

GVB en HTM durfden het aan

Ruim twintig jaar is Fleetshield nu actief en zeker in de begin jaren kwam Van Son terughoudendheid en huiver tegen. Folies zouden te duur zijn en er was geen vraag volgens de fabrikanten van rail materieel enerzijds en een bedreiging vormen voor de spuiters van vervoerders anderzijds. Dat betekende dat de vraag dus gecreëerd moest worden op basis van een latente behoefte bij vervoerders. 
En dat werkte. GVB Amsterdam en HTM in Den Haag waren de eerste partijen die een groot project aandurfden.

“Het doel was altijd bescherming, met name tegen graffiti. Maar uit gesprekken met klanten bleek al snel dat uitstraling minstens zo belangrijk is. Zo creëerden we een Tour de France-look voor de Thalys en speciale treinen met een Olympisch thema’s voor de NS. Het werd een mooie verzameling van activiteiten en het zorgde ervoor dat we nu van heel veel zaken heel veel verstand hebben: de carrosserie, klantprocessen, conservering, reinigingsmethodes, En-45545 brandnormering, specifieke hechting wensen etc.”, vertelt Van Son. En natuurlijk spreken ze “de taal van de klant” na zoveel jaar met al het specifieke OV-jargon.

Verschuiving naar projectmanagement

Het leidde ertoe dat Fleetshield besloot zijn businessmodel en benadering te kantelen en het accent te leggen op projectmanagement. Het bedrijf presenteert zich nu vooral als een specialist die het hele proces van bescherming en conservering kan inrichten en uitvoeren. Dit zorgde er tevens voor dat Fleetshield alsnog op de radar van de fabrikanten van railmaterieel verscheen als potentiële partner. Daarover later meer.

Doordat Fleetshield op projectbasis werkt, kun je niet zomaar een bedrijf aanwijzen als grootste klant. Wel is er veel werk voor NS en het GVB verricht. Volgens Van Son is ongeveer 20-25 procent van het materieel van NS voorzien van folie. Daarbij gaat het om het Intercitymaterieel (ICMm), de Intercityrijtuigen (ICRm) en op dit moment wordt het Verlengd interregiomaterieel (VIRM-2/3) voorzien van folie op basis van de nieuwe Livery.

Voet tussen de deur

Daarnaast werkt Fleetshield momenteel in Spanje aan de nieuwe M7-metrostellen van het GVB die zowel aan buiten- alsmede interieurzijde in de folie worden gezet. Dat laatste project bood het bedrijf een ingang bij de fabrikanten van rollend materieel, in dit geval het Spaanse CAF.

“Wij hebben CAF destijds zelf benaderd, al moesten we wel in concurrentie met andere partijen voor de opdracht. Uiteindelijk haalden we die binnen; niet op prijs maar op toegevoegde waarde. CAF vond het o.a. erg prettig om ons als Nederlandse partij te laten optreden als intermediair in hun werk met het GVB. Wij weten precies wat zij willen en kunnen snel schakelen en duidelijkheid scheppen”, zegt Van Son over de relatie met CAF.

De ervaring die Fleetshield heeft met projectmanagement is ook een opmaat naar meer. “We worden door CAF nu ook in meerdere processen betrokken en treden soms op als adviseur van het bedrijf. In die zin zijn we een kameleon geworden die veel zaken kan faciliteren. Inmiddels hebben ook fabrikanten van railmaterieel in Duitsland, Tsjechië en Polen ons ingeschakeld als adviseur probleemoplosser. En waarom ook niet, Fleetshield doet het sneller en tegen lagere kosten. Maar uiteindelijk is de keuze aan de klant natuurlijk.”

Ontzorgen als onderscheidende factor

Het op meerdere gebieden kunnen ontzorgen past goed in de tijdsgeest, vult Van Son aan. Sinds het doven van de coronacrisis zitten veel bedrijven tot over hun oren in het werk. Daarnaast is er een uittocht geweest van de oude garde op de werkvloer, waardoor veel ingenieursafdelingen krap in hun jasje zitten of met veel nieuw maar jong en minder ervaren personeel te maken kregen.

De grootste prioriteit is om alle orders de fabriek uit te krijgen. “In zo’n stressvolle situatie is zoiets als folie voor sommigen maar lastig. Dat kunnen ze er niet altijd bij hebben. En toegegeven, het toepassen ervan vergt iets van je proces. Deze kwestie uit handen kunnen nemen, de vertaling van tekening tot en met uitvoering is echt een onderscheidende factor, ook op Europees niveau”.

Folie specifiek voor spoormaterieel is bijzonder product

Van Son legt tenslotte uit wat er zo bijzonder is aan folie specifiek voor spoormaterieel: “Het moet een bepaalde mechanische bestendigheid hebben, bestand zijn tegen UV en chemicaliën. Het gaat zelfs zo ver dat de folie geschikt is voor de specifieke reinigingsmiddelen die vervoerders gebruiken voor het verwijderen van graffiti of waarmee de rijtuigen gewassen worden. Daarnaast mag de folie uiteraard niet losraken, maar ook niet splitsen. Ook mag er tussen de verschillende batches aan folie geen kleurafwijking zitten.”

Op dit moment is het tevens heel belangrijk om compliant te zijn met de En-45545 brandnormering. En dat is soms geen sinecure en vergt veel kennis en inzicht.

Daarnaast kan Fleetshield helpen om ramen warmtewerend te maken. De airco’s verbruiken daardoor minder energie en de reiziger ergert zich veel minder aan warmtestraling direct achter het glas. “Het zou voor veel vervoerders een duurzame investering kunnen zijn”, aldus Van Son.

Uitbreiding naar andere markten

Voor de korte en middellange termijn ziet Van Son een aantal ontwikkelingen voor Fleetshield. De eerste is dat de fabrikanten van rollend materieel in heel Europa doelwit blijven voor meer projecten. Daarnaast staat uitbreiding van de activiteiten naar andere markten op het programma. Nu is Fleetshield actief in de BeNeLux, Duitsland, Spanje en Tsjechië, maar daar komen o.a. de Scandinavische landen bij, als het aan Van Son ligt.

Bovendien is er een mondelinge afspraak met een grote buitenlandse partij om in het EMEA-gebied als consultant en ‘application engineering’ partner op te treden. De details van deze samenwerking worden op dit moment uitgewerkt.

Tenslotte ziet hij dat er ook in de wereld van de locomotieven een beweging op gang is gekomen wat de uitstraling van het materieel betreft. “De behoefte is er, maar we moeten nog wat meer grip krijgen op die markt”.