Hoe staat het met de aanpak van de veiligheid op het spoor?
ANALYSE – Op dit moment wordt de Europese norm voor botsveiligheid (EN-15227) aangepast, die ervoor moet zorgen dat de overlevingsruimte voor de machinist zich in de cabine bevindt en dat daarnaast een vluchtroute aanwezig moet zijn. Afgelopen vrijdag vond er een ernstig treinongeluk plaats in Hooghalen, waarbij een 58-jarige NS-machinist om het leven kwam. Hoewel de toedracht van het ongeluk nog wordt onderzocht, rijzen er vragen over de botsveiligheid van deze trein en over hoe dit soort ongevallen in de toekomst kunnen worden voorkomen.
Wilt u dit artikel lezen?
Word nu SpoorPro Premium Abonnee en krijg onbeperkt toegang tot vakinformatie over de spoormarkt. Ook krijgt u €100 korting op het SpoorPro Seminar ‘Elektrisch werken aan het spoor’.
Bent u al abonnee?
Heel erg triest dat dit gebeurt is. Maar de reactie laat wel zien hoe irrationeel we als mastschappij omgaan met veiligheid. In sectoren als het spoor is elke dode er een teveel, terwijl bijna 2 doden per dag in het overige verkeer als normaal wordt gezien.
Doordat het spoorwegverkeer zo veilig is, is elk spoorwegongeval wereldnieuws. Maar de onveiligheid van het wegverkeer heeft ons met stomheid geslagen…
Zou de constructie hier iets mee te maken hebben is een veel gehoorde vraag. Natuurlijk maakt het wat uit als je op een locomotief zit of in de hedendaagse trammetjes op winkelwagen wieltjes. Een aspect wat zeker meegenomen moet worden in de onderzoeken is het feit dat het verkeer steeds nonchalanter wordt. Als machinist zie ik dagelijks verkeersdeelnemers over en langs reeds gesloten spoorbomen rijden/fietsen/lopen. Als die mentaliteit niet veranderd zullen we hiermee geconfronteerd blijven!
Wat mij het meest verbaasd is dat niemand, maar dan ook werkelijk niemand de *ECHT* bloedgevaarlijke risico’s ziet. Dat is zeker niet een harde klapper zoals bij Dalfsen of Hooghalen. Dat is zeker heftig, maar in werkelijkheid is het slechts ‘klein bier’.
Het echt levensgevaarlijk grote gevaar zit ‘em bij een ‘naastgelegen-PVR-binnendringende’ ontsporing van de ‘overweg-gebotste’ trein, waarna er vanuit het nevenspoor een 2e trein bovenop klapt. Dan heb je een 2e Harmelen met zomaar 200 doden.
De kans daarop is evident het grootst bij overwegen in (of vlakbij) een boogligging. Daar ligt het spoor al schuin, en dan wipt een treinstel zo uit het spoor. Reden is simpel: massa wil rechtdoor. Dit simpele feit is ook al vele malen in de praktijk bewezen.
Maar denk u dat ProRail of een TU’er dit zelf kan bedenken? Of dat ze dit van ‘een kritisch-deskundige buitenstaander’ aannemen en daar gerichte actie op ondernemen? Tuurlijk niet.
Het wachten is dus gewoon op een nieuw Harmelen.
@ Fam Schollaardt – u stelde: “Een aspect wat zeker meegenomen moet worden in de onderzoeken is het feit dat het verkeer steeds nonchalanter wordt. Als machinist zie ik dagelijks verkeersdeelnemers over en langs reeds gesloten spoorbomen rijden/fietsen/lopen.”
Dat is indd een serieus probleem. Daarvan _kan_ je nog zeggen “eigen sch….”.
Het wordt echter wel steeds duidelijker dat een volledige afsluiting steeds nodiger begint te worden om het (trein)verkeer te beschermen tegen domme mensen.